Al eeuwenlang spreekt men over vrouwen, die macht en (tover)kracht hebben. Ze worden vaak als heks bestempeld, veelal met een negatieve betekenis. ‘Heks, dat is hoe bange mannen vrouwen met macht noemen’, zo schreef Bregje Hofstede onlangs in de Correspondent, naar aanleiding van de recente uitspraken van Geert Wilders. In de renaissance werden in de Burcht te Wedde vrouwen veroordeeld en op de brandstapel verbrand op de Geselberg, 400 meter van Artphy. Een eeuwenoud systeem van vrouwenhaat, marteling en uitsluiting gaat hierachter schuil. En een diepgewortelde angst voor mondige vrouwen met macht.
Pas als je de wortels van die traditie kent, hoor je welke bijklank het woord ‘heks’ eigenlijk heeft. Wie dat woord gebruikt, slaat een akkoord aan dat allerlei beelden en ideeën in ons wakker maakt. Het bevat een hoog concentraat vrouwenhaat. En de term wordt helaas nog altijd gebruikt om te zeggen: vrouw, ken je plaats.
Voor Artphy aanleiding om een groep hedendaagse kunstenaars uit te nodigen om nieuwe kunstwerken – geïnspireerd op dit thema – te maken. Dit zijn: Jimini Hignett, Ayo, Remco Torenbosch, Susanna Inglada, Beth Namenwirth, Laurence Herfs, Hertog Nadler en Rose Akras.
Beeldend kunstenaar en academisch onderzoeker Laurence Herfs heeft voor deze tentoonstelling 2 series tekeningen gemaakt. ‘Wat Het Water Mij Gaf’: over de watermetafoor, waarbij als heks vervolgde vrouwen de waterproef ondergingen. Verdronk ze dan was ze onschuldig, bleef ze drijven was dat een bewijs van haar hekserij. Een metafoor voor de ‘catch-22’ waar vrouwen die misbruik en aanranding ervaren mee te maken krijgen als hun mond open (willen) doen.
De gedaanteverwisselende wezens in de serie ‘Vrouwenmonsters’, zoals gezichtloze heksen en samengeplakte cyborgs, balanceren op een grensgebied tussen mooie en monstrueuze vrouwenlichamen. Hoe nemen ze op de juiste manier ruimte in, en wanneer worden ze storend? Welke vorm, kleur, pose voelt als goed en welke als fout? Daarbij zetten ze de toeschouwer aan tot nadenken over hoe het vrouwenlichaam dient als gecontroleerde en gepolitiseerde ruimte, onder wiens druk ze continu transformeert, vervormt en verdraait.